Er werd me gevraagd bij het blogje over de das hoe mijn belevingen in de onderwereld waren. Nee, nu niet gaan gillen; ‘uuuuhhhh hel! Duivels! Dood!’ Daar heeft het echt helemaal niks mee te maken! De onderwereld is in het sjamanisme het rijk van het instinct. Het is het rijk van de dieren en het ziet er ongeveer uit als een natuurlijk landschap. Het had net zo goed hier op aarde kunnen zijn, want als je daar bent ervaar je het een beetje alsof je door zo’n natuurlijk landschap loopt.
Ikzelf liep toen door een bos, maar ik kan me voorstellen dat als je krachtdier een woestijndier is, dat je dan een woestijnachtige omgeving hebt. Maar niet alleen het dier maakt de omgeving, want de onderwereld zit vol aanwijzingen. Alles wat je tegenkomt heeft een bepaalde betekenis, symbolisch, maar soms ook heel erg letterlijk. Goed opletten dus!
Persoonlijk werd ik er heel snel weer uitgeknikkerd. Hoe dat kwam, geen idee. Ik denk dat ik er nog niet alleen mocht komen of zo iets dergelijks. Wat kan het anders zijn? Ik heb in ieder geval wel mijn das mogen zien, en dat vind ik wel heel gaaf.
Dan nu hoe ik uberhaupt bij die onderwereld kwam. Nou, ik wist wel dat ik op andere plekken kon kijken, maar of ik dan ook daar kon komen wist ik niet. Ik besloot het zekere voor het onzekere te nemen: omdat sjamanistische reizen vaak trancereizen zijn, zette ik een fijn trommelmuziekje op en liet ik me meeslepen net zo lang tot ik beeld had.
De muziek verdween op de achtergrond en daar was ik dan. Via een soort tunnel kwam ik uit in dat bos en daar liep ik wat rond tot ik Das tegenkwam. En toen zat ik plots weer rechtop in bed. Teruggeschopt! En het erge? Het nummer was nog niet eens afgelopen.
Geef een reactie