Engelen, check
Een wereld die vergaan is, check
Een kickass hoofdpersonage, check
Eens geen zwijmel, zwijmel <3 <3 <3 boek, check.
Over welk boek hebben we het dan? Angelfall, Penryn en het einde der dagen! Een van mijn favoriete boeken ever! En ik mag namens LS Amsterdam een exemplaar weggeven. Bedankt daarvoor!
Ikzelf heb een grote fascinatie voor engelen, maar ik hou er vooral van als iemand een beetje afwijkt van het standaard beeld wat men van onze gevleugelde vrienden heeft. Met Angelfall is Susan Ee daar wat mij betreft bijzonder goed in geslaagd!
De engelen van de apocalyps hebben de macht overgenomen in de wereld, en het is een chaos. Overdag schuimen bendes de straten af, ’s nachts heersen angst en bijgeloof. Wanneer Penryns kleine zusje door gewelddadige engelen wordt ontvoerd, grijpt Penryn in: ze zal alles doen om haar zusje terug te krijgen.
Maar daar heeft ze hulp voor nodig… en die hulp komt uitgerekend van Raffe, een engel zonder vleugels…
Penryn en Raffe zijn vijanden, maar samen ondernemen ze de gevaarlijke tocht naar het hoofdkwartier van de engelen. Waar is Penryns zusje? En kan Raffe ooit zijn vleugels terugkrijgen?
Om kans te maken op dit boek wil ik graag zien hoe jullie een engel het liefst zouden tegenkomen. Je mag zelf wat bedenken of hem/haar baseren op een bestaand concept.. Als je maar origineel bent. Schrijf een stukje dagboek, maak een tekening, maak een collage met een ode aan je favoriete engel.. Overtuig me! Dat moet vast wel lukken zo rond de feestdagen (nu er overal engelenhaar in de boom hangt).
Om een voorbeeldje te geven, bij mij hangt Castiel (van Supernatural) te pronken in mijn kerstboom.
Je kunt meedoen tot en met 31 december en uiteraard zou ik het erg waarderen als je deze post deelt en mij volgt via bloglovin’ of de mail.
Ik kijk uit naar jullie inzendingen!
PS. Inzendingen mogen via de mail worden gestuurd, via fb, via instagram en via deze post. Ook daar mag je creatief in zijn.
Leuk! Lekker creatief! Ik ben benieuwd naar het boek dus zal proberen iets leuks te verzinnen!
Voor dit prachtige boek doe ik graag mee voor mijn kleindochter Michelle, dat zou een super verrassing zijn.
Waar komen je engelen het liefst tegen? Nou in Hush Hush (boek) xD. Een ander antwoord is er in mijn geval niet mogelijk – maar ik heb al zoveel goede verhalen gehoord over Angelfall, dat ik er vrij zeker van ben dat dit boek ook in dat rijtje kan aansluiten!
Ik zou graag een engel willen tegen komen in het kasteel als ik ga trouwen (wat ik later wil doen) en dat ze me advies en steun kan geven over de levenslessen
Ik ga er mee aan de gang 🙂 t zal wel niet veel soeps worden xD
Ik ben niet bekend met engelen boeken, dus kan over engelen uit boeken geen antwoord geven. Maar ik zou wel is een engel willen ontmoeten. Ik denk gewoon op de manier zoals wij mensen zijn, dat je het niet door hebt dat het een engel is, maar die toch jou beschermd voor vele kwade dingen in het leven.
Een schilderij die ik heb gemaakt.. niet mijn beste werk maar ik moest er een beetje vaart mee maken :P: http://i62.tinypic.com/16k9y15.jpg
Een van de favoriete engelen foto’s vind ik deze: http://i61.tinypic.com/f20npx.jpg
Zoals je ziet heeft deze engel geen vleugels. De reden waarom ik het een engel vind is omdat ze twee vogels bij zich heeft een zwarte kraai en een witte duif. Dit plaatje verteld mij het verhaal van een engel die naar de aarde is gekomen met een missie. Elk mens heeft goed en kwaad in zich en zij is gekomen om het goede in elk mens naar boven te halen. Dat is wat dit plaatje mij verteld.
Ik vond qua boeken de H-triologie erg goed (halo, hades, hemel) van Alexandra Adornetto.
O en als je een aardige film serie zoekt, ik vond Fallen wel goed. Sommige dingen vielen tegen, maar op zich viel dat in het niet bij de rest 🙂
Ik heb ook een verhaal geschreven over engelen. In het begin zul je niet zo merken dat het hier over gaat, Ik heb het helaas alleen in een schrift staan.. ik ben nog niet erg ver met het overtypen naar de computer.
Speciaal voor deze wedstrijd schrijf ik echter iets 🙂
Luciardi.
Mijn voeten raakte nauwelijks de grond. Ik was onhoorbaar voor het menselijk oor. Ik keek door de dunne spleet tussen de gordijnen, die niet bedoelt waren om het licht buiten te houden, maar om sfeer te geven aan de kamer. Althans, dat was wat mijn metgezel me had verteld. Ik had geen geweldig uitzicht. Grotendeels was het uitzicht een stenen muur van het appartementencomplex naast de mijne. Toch was er ook een deel van de straat te zien. Dat deel vond ik veel interessanter. De mensen die er liepen waren net gekleed en kwamen in verschillende soorten kleuren en maten. Ze interesseerde me. Ik observeerde hen vanuit mijn veilige appartement. Dit was mijn eerste keer hier op aarde, nog nooit eerder had ik contact gehad met mensen, nog nooit eerder had ik ze gezien van zo dichtbij. Mijn metgezel Joshua was al eerder naar aarde gekomen. Hij was vrij bekend met de mensen en hun gewoontes. De deur kraakte en ik draaide me om. ‘Lucia, wat doe je?’ klonk Joshua’s stem zacht. Wij engelen sliepen, zoals elk ander mens, wanneer we op aarde waren. ‘Ik kijk naar de mensen.’ Zei ik zacht. Joshua kwam naar me toe. Doordat hij vaker op aarde was geweest, was hij al gewend aan de kleine dingen die ons van de mensen onderscheden. Hij wist dat hij iets meer kracht moest zetten wanneer hij zijn voet neer zetten, om geluid te maken zoals mensen dat deden. Hij wist dat mensen gebaren maakte bij het praten om hun woorden meer kracht te geven. Hij wist dat wij als engelen moesten uitkijken met het laten zien van onze buiken, wij hadden geen navel zoals de andere mensen, want we hadden geen navelstreng gehad. Hij kwam achter me staan. ‘We kunnen een poging wagen.’ Zei hij zacht. Ik keek op naar zijn gezicht. ‘Denk je dat ik er klaar voor ben?’ Hij zweeg. ‘We weten het nooit als we het niet proberen.’ Zei hij rustig. Mijn ademhaling trilde even nerveus. Vader had ons naar aarde gestuurd met een reden, met een missie. Ik wist dat we ooit aan die missie moesten beginnen en dat ik naar buiten moest om eraan te werken. Ik wíst dat het er aan kwam, toch maakte het idee van menselijk contact me bang. ‘Ik ben bij je, wanneer je hulp nodig hebt kun je die verwachten.’ Stelde hij me gerust. Ik knikte. ‘Laten we het doen.’ Stemde ik toen in. ‘Laten we naar buiten gaan.’ ‘Ik zal me aankleden, doe jij je schoenen aan.’ Hij verdween zijn kamer in, wat mij de kans gaf om ongegeneerd met de veters van mijn schoenen te knoeien.
Ik had geoefend, maar het bleef moeilijk. Gelukkig was Joshua er niet om toe te kijken. Toen hij terug kwam, aangekleed én met schoenen aan, was ik ook klaar. Hij overhandigde me mijn jas en knikte bemoedigend. Ik haalde diep adem, deed mijn jas aan en verzamelde al mijn moed. Joshua hield de deur voor me open. Ik was al eerder in de gang geweest, had mijn buren in de hal gezien, maar ik had nooit met ze gesproken. Wanneer ik ze zag, haastte ik me altijd naar ons appartement. Joshua sloot de deur achter ons af en ging me toen voor. Trap na trap volgde ik hem. Mijn moed zakte me met elke tree meer in mijn schoenen. Joshua leek het te voelen en legde zijn hand op mijn rug, tussen mijn schouderbladen. Onder zijn hand, onder de huid van mijn mensengedaante, trilde mijn vleugels van de spanning. Joshua opende de deur naar buiten. De kou kwam ons tegemoet. Voorbijgaande mensen keken ons aan. Ik werd er nerveus van, maar wist dat ze het niet konden weten. Geen mens zou denken van ons dat we engelen waren. In onze menselijke gedaante waren we even gewoon als alle mensen. We vielen niet op. Daarbij was er niemand die in engelen geloofde. Enkel de mensen die nog een religie hadden, geloofde in engelen. Toch zouden zij ook niet denken dat wij hier over aarde rond liepen. Joshua leidde me mee, over de stoep, langs de mensen, langs de auto’s, langs de huizen en alles wat we op de weg tegen kwamen. ‘We beginnen met iets waar je je thuis zult voelen.’ Zei hij zacht. Ik wist meteen dat hij het over een kerk had. Een man botste met zijn schouder tegen de mijne. ‘Sorry.’ Zei ik zacht, omdat ik niet zeker wist of het mijn schuld was of zijne. Joshua keek naar me en glimlachte. Het leek alsof hij het een goed begin vond. Samen liepen we naar de straat uit, een hoek om. Een hoge kloktoren stak al boven de huistoppen uit. De kerk was een totaal ander gebouw dan de rest hier. Het was klassiek en oud, de ramen waren prachtig bewerkt, terwijl de andere een typisch modern uiterlijk hadden.
Joshua opende de eikenhouten deuren, ver genoeg voor ons beide om er tussendoor te glippen. In stilte namen we plaats op een van de banken en luisterde naar de dominee. Er waren weinig mensen in de kerk. Enkele staken een kaars aan, enkele bidden en enkele luisterde net als ons naar de dominee. ‘..vergeet niet dat de heer al om ons is. Hij ziet onze daden en weet wanneer we goed zijn. De heer vergeeft ons onze fouten, zolang we op het goede pad blijven, zolang we onze best doen..’ sprak hij. Ik keek naar hem. Hij leek een man vol passie, een man die intens geloofde in wat hij vertelde. ‘..zolang we eerlijk zijn en om vergiffenis vragen.’ Hij stak een kaars aan die op een tafel stond. Ik ging met mijn hoofd wat meer naar Joshua toe. ‘Waarom steekt hij een kaars aan?’ fluisterde ik. ‘Twaalf dagen lang steekt de kerk elke dag een kaars aan, de twaalf dagen voor kerstmis.’ Fluisterde hij terug, zonder echt naar me te kijken. ‘Kerstmis?’ ik keek naar hem. ‘De dag dat onze vader zijn zoon werd geboren.’ Hij keek even naar me. ‘Oh.’ Ik knipperde met mijn ogen en keek naar de schilderijen. Natuurlijk wist ik van onze vader zijn zoon, iedere engel wist van Jezus af. Toch kende ik niet de menselijke manier om deze gebeurtenis te vieren. De schilderijen waren erg levendig, vertelde het verhaal van de lijdensweg van Jezus.
Ik schrok op toen Joshua op stond en volgde automatisch zijn voorbeeld. Hij draaide zich bij en keek naar me. Voor secondes wist ik niet wat zijn bedoelingen waren, maar toen besefte ik me dat hij wilde dat ik liep, dus dat deed ik. Toen de banken stopte, ging ik aan de kant, zodat hij de weg kon leiden. Hij nam me mee naar voren. De dominee was klaar met spreken en was nu in gesprek met een van de vrouwen die ook naar hem had geluisterd. De meeste anderen waren nu bezig met het aansteken van een kaarsje, enkele vertrokken al. Joshua wachtte rustig tot de vrouw vertrok en liep toen met mij het laatste stuk op de dominee af. Ik had kriebels in mijn buik van het idee dat ik zo dadelijk met een mens zou praten. ‘Dominee Groedel.’ Zei Joshua. De man keek op van zijn Bijbel. ‘Joshua, wat fijn je weer te zien.’ Zei hij warm. Ik wist dat Joshua geregeld naar de kerk ging, maar ik had er niet bij stil gestaan dat de mensen hem bij naam zouden kennen. ‘Insgelijks.’ Zei Joshua vriendelijk. De man keek me glimlachend aan. ‘Wie heb je meegenomen Joshua?’ vroeg Dominee Groedel. Hij had een vaderlijke uitstraling, alsof je al je zorgen bij hem kon vergeten en dat zorgde ervoor dat ik me enigszins op mijn gemak voelde. ‘Dit is mijn zusje, Lucia.’ Zei Joshua. ‘Welkom Lucia.’ Hij stak zijn hand uit en ik nam hem voorzichtig aan. ‘Joshua heeft het al eens over je gehad.’ Zei de dominee, voor hij mijn hand weer los liet. ‘Werkelijk?’ Ik was verrast om dat te horen. ‘Werkelijk.’ Bevestigde hij. ‘Hij is erg trots op je.’ Ik keek naar Joshua, die glimlachte. ‘Hij verteld me dat de verhuizing moeilijk voor je was, evenals het verlies van jullie ouders.’ Ik moest er even bij stil staan was Joshua en ik natuurlijk een verhaal moesten hebben, een verleden hier op aarde. ‘Dat klopt.’ Zei ik zachtjes. ‘Wel, weet dat je altijd welkom bent. Er is altijd wel iemand te vinden in de kerk en de deuren zijn altijd open.’ Hij legde zijn hand op mijn schouder. ‘Dank u.’ zei ik beleefd, omdat dat was wat ik geleerd had. De dominee knikte. ‘Als jullie me nu willen excuseren, ik heb nog veel te doen voor morgen.’ ‘Als u hulp nodig heeft, staan wij maar al te graag tot u beschikking.’ Zei Joshua. ‘Goed om te weten jongen.’ Dominee Groedel knikte dankbaar en vertrok toen. Ik volgde hem met mijn ogen terwijl hij langs de banken heen liep en uiteindelijk een zijdeur door ging. ‘Een vriendelijke man.’ Zei ik zacht. Joshua knikte. ‘Erg genoeg vind je niet vaak genoeg meer mensen zoals hem.’ Dat idee maakte me verdrietig. Ik keek naar Joshua. ‘Maar daar gaan wij iets aan doen, toch?’ Joshua glimlachte naar me en knikte. ‘Daar gaan we iets aan doen, beginnend met het weggeven van dekens en voedsel aan hen die in nood zijn morgen.’ Hij legde zijn hand weer op mijn rug en leidde me mee. Ik glimlachte. ‘Dat klinkt als een goed begin.’ We gingen de kerk uit en volgde de zelfde weg terug naar het appartement. Ik probeerde de weg goed te onthouden. Mocht ik eens naar de kerk willen wanneer Joshua er niet was.
We gingen de trappen op naar boven, tot we op de goede verdieping waren. Joshua opende de deur naar de gang en ging me voor. Nog voor ik hem zag, hoorde ik hem al. Een zacht gesnik deed mijn trommelvliezen trillen en bezorgde me kippenvel. Daar waar ieder ander een huilende jongen hoorde, hoorde ik meer.. véél meer. Met elke snik hoorde ik een klap. Met elke traan die de grond raakte, hoorde ik een gil. Met elke veeg van zijn hand, hoorde ik woedend geschreeuw. Maar het ergste was nog de pijn. De brandende pijn die dit jongetje voelde. Joshua liep al naar de jongen toe en ik volgde hem. Pas toen Joshua voor de jongen neer knielde, zag ik hem. Hij was niet ouder dan een jaar of vijf. Zijn donkerbruine haren waren veel te lang en hingen voor zijn ogen. Hij had zijn benen opgetrokken en zijn gezicht verborgen in zijn handen. Joshua sprak tegen hem, maar ik hoorde hem niet eens. Ik keek naar het jongetje. Dit kleine mensenkind dat nu al zo intens geleden had. Hij was kwetsbaar en nog zo jong. Ik kon me niet voorstellen dat iemand hem kwaad zou willen doen. Voor ik erg had wat er gebeurde, opende Joshua de deur van ons appartement. Hij bood het jongetje zijn hand en nam hem mee naar binnen. Ik volgde hen naar binnen. Ik keek hoe het jongetje ging zitten, Joshua de televisie aan zetten en bij het jongetje op de bank ging zitten. Ik nam rustig plaats in een stoel en keek naar het, voor mij onbekende, tafereel. Het jongetje kalmeerde, ik kon het gewoon voelen. ‘Zal ik wat chocolademelk voor je maken Henry?’ vroeg Joshua. Het jongetje glimlachte en knikte. Joshua stond op en verdween de keuken in. Ik volgde hem met mijn ogen tot hij uit zicht verdween en keek toen naar het jongetje, dat op de bank zat. Hij keek me recht aan, wat me nerveus maakte. ‘Hallo.’ Zei ik toen maar, om maar iets te zeggen. ‘Hallo.’ Zei het jongetje. ‘Dus, je naam is Henry?’ vroeg ik voorzichtig. Het jongetje knikte. ‘Ik ben Lucia.’ Zei ik toen maar. ‘Weet ik.’ Ik keek verbaasd. ‘Hoe weet je dat dan?’ Het jongetje ging op zijn eigen benen zitten. ‘Joshua heeft me over je verteld.’ ‘Wanneer dan?’ Joshua bleef me maar verrassen vandaag. ‘Eeeehm.. een paar dagen geleden. Hij zei dat we heel zachtjes moesten doen zodat we je niet wakker maakte.’ Zei hij rustig. ‘Een paar dagen geleden?’ dus dit was niet de eerste keer dat Joshua Henry zo aantrof? Henry knikte. ‘De tv moest toen heel zachtjes, maar dat geeft niet.’ Zei hij en zette één voet weer op de grond. Hij keek nu weer naar de tv. Iets in de keuken piepte. Nog geen minuut later kwam Joshua de kamer weer in met een mok. ‘Wel uitkijken hé, het is nog heet.’ Hij zette de mok op het salontafeltje en ging weer naast Henry zitten. Ik keek naar Joshua. Het was niet vreemd dat onze vader hem had uitgekozen om met me mee te gaan. Hij leek zo op zijn plaats hier. Het leek alsof hij zijn hele leven op de aarde had doorgebracht, het was dat ik beter wist.
Ik keek naar de mok en kwam toen overeind. ‘Ik zal thee maken.’ Besloot ik toen. Ik wist hoe ik apparaten moest gebruiken, dat kon ik zien vanaf het Boven. Daar waar mensen ons thuis de hemel noemde, stond het voor ons engelen bekend als “het Boven”. Net zoals dat de hel voor ons ‘het Onder” was. Het had misschien een andere naam, maar de intentie van het woord was nog altijd hetzelfde. Ik ging de keuken in en voelde Joshua gewoon naar me kijken. Het voelde vreemd om Henry in het appartement te hebben, maar nog vreemder om te weten dat hij er al vaker was geweest zonder dat ik het wist. Ik vulde de waterkoker en duwde het knopje naar beneden. Ik opende een kastje en haalde er twee koppen uit. Het was wel een goede oefening. Ik had geen idee hoe ik met kinderen moest praten, dat kon ik best oefenen met Henry. Hij kwam over als een vriendelijk jongetje, heel anders dan zijn opvoeder. Ik luisterde naar het geluid van het water dat begon te borrelen. Het duurde drie minuten voor het water kookte. Ik schonk de koppen vol en kwam de woonkamer weer in. Tot mijn verbazing zat Joshua alleen op de bank. De mok met chocolademelk stond half opgedronken op de tafel. Ik keek vragend naar Joshua. ‘Zijn moeder kwam hem halen.’ Zei hij slechts. ‘O?’ ik zette de koppen neer. ‘Het is een vriendelijke vrouw, maar ze heeft problemen.’ Ik kwam naast hem zitten. ‘Ze durft haar man niet te verlaten.’ Vervolgde hij ongestoord. ‘Slaat hij haar ook?’ vroeg ik zachtjes. Joshua knikte. ‘Ik dacht dat het wellicht een goede oefening voor jou zou zijn om dat probleem op te lossen.’ Zei hij. Ik knikte, zonder er echt over na te denken. ‘Je hebt nog even om na te denken hoe je het wilt doen.’ Zei hij en keek naar de koppen. ‘Morgen hebben we onze eerste oefening met het bieden van hulp, over drie dagen komen Henry en zijn moeder hier avond eten. Mocht je dan door hebben hoe je je energie kunt gebruiken om mensen mee te beïnvloeden, kun je haar misschien overhalen om hem te verlaten.’ Hij kwam overeind. ‘Morgen kun je oefenen met de daklozen en arme.’ Hij ging de keuken in en kwam toen terug met theezakjes. Ik keek naar de koppen en werd rood. ‘Oh, vergeten.’ Zei ik, wat was thee nou zonder een theezakje? Hij lachte even om mijn klunzigheid. ‘Je went er vanzelf aan.’ Stelde hij me gerust. Hij deed de theezakjes in de koppen. Ik keek naar hoe het water langzaam verkleurde en dacht na over morgen. Morgen zou een belangrijke dag voor me worden, nog belangrijker dan deze dag. Ik zuchtte zacht. Vandaag was al een dag geweest die vol verassingen had gezeten. Al die spanning had veel energie gekost. ‘Ontspan, de dag is net begonnen.’ Zei Joshua. ‘Je hebt de middag vrij om rustig aan te doen.’ Hij was zo vriendelijk voor me. Opnieuw voelde ik me dankbaar voor het feit dat hij degene was die me alles mocht leren, dat híj mijn metgezel was. Ik sloot mijn ogen voor een paar seconden en luisterde naar de stemmen van de televisie, die langzaam naar de achtergrond van mijn gedachten vervaagde.
(mijn excuses voor eventuele spelfouten, ik heb dyslexie 😉 )
Ik zat zelf met het idee te spelen om een verhaal over een Engel te schrijven, gewoon voor mezelf om wat te doen te hebben. Wel beetje zwijmel zwijmel. Maar goed, daar hou ik wel van.
De engel zou de hoofdpersoon zijn. Een jonge vrouw, haar taak om de doden op te halen en te begeleiden naar het hiernamaals. Ze weet wanneer iedereen sterft, wanneer het iedereens tijd is, maar kan niets doen om dat lot te veranderen. De Engel des doods wordt ze ook wel genoemd. Altijd heeft ze afstand weten te houden. Altijd dacht ze dat ze geen gevoelens had of kon hebben. Tot ze hem ontmoette. Zijn moeder overleed, hij hield haar hand vast. Tranen biggelden over zijn wangen. Zijn moeder streelde nog een keer haar zoon zijn wang, maar hij zag haar niet meer. Ongeduldig zat ze te wachten tot ze haar haar tocht kon voltooien. Ze wilde net gaan als de jongen kijkt. Een door verdriet verscheurt gezicht kijkt haar aan, lijkt dwars door haar heen te gaan. Slechts een moment. Een moment waarop ze haar hart voelde kloppen.
Genadeloos valt ze voor deze jongen. Een jongen die haar niet kan zien. Een jongen die haar zal haten. Want zij is degene die zijn moeder van hem heeft weggehaald. Toch moet en zal ze een manier vinden om bij hem te zijn.
Ik wist niet zeker wat het emailadres is om dit naar op te sturen, dus ik doe het maar hier.
12 juli 2024
Lieve Jess,
Ik heb vandaag zoiets raars gezien op weg naar Australië. Ik zat in het vliegtuig en opeens werd die hele lucht donker, terwijl het gewoon twaalf uur ’s middags was! Snel keek ik om me heen om te kijken of iemand anders het zag en ja hoor, iedereen keek uit de raampjes om te kijken wat er aan de hand was. Eigenlijk vond ik het best wel fijn dat het donker was geworden. Ik was zo moe en wilde gewoon even slapen, maar dat gaat natuurlijk niet als niemand zo vriendelijk is om die dingen die je voor de raampjes doet omlaag te doen. Dus het was gewoon licht in het vliegtuig. Sorry, maar ik ben geen engel die in zonnestralen kan gaan liggen slapen. Want dat hoort toch bij engels? Die hebben zo’n mooie gloed om zich heen wat alles verlicht, of tenminste dat zeggen de kinderboekjes. Niet dat de kinderboekjes altijd gelijk hebben, dat heeft de gebeurtenis van vandaag wel bewezen. Hou je vast, Jess, dit ga je niet geloven. Ik weet dat jij helemaal niet into bovennatuurlijke dingen bent en dat je liever je nagels opvreet dan er in te geloven, maar wat ik gezien heb is echt niet één van zoveelste fantasieën. Ik. Zag. Een. Freaking. Engel. Een engel, ja dat lees je goed. Ik zie je nu al je ogen rollen en je mobiel pakken om me te bellen en te zeggen dat ik nu echt doorgedraaid ben, maar het was echt zo, geloof me. Ik zag hem gewoon naast het vliegtuig vliegen in die donkere wolkenzee. Hij tikte zelfs op het raampje naast me (ja, ik had eindelijk de beste plaats in het vliegtuig te pakken na honderd jaar) en grijnsde!. En holy crapoly, Jess, dit klopt wel wat er in al die kinderboekjes staat over engelen.. Ze. Zijn. Zo. Knap. Of tenminste, deze gast. Echt, hij had enorme vleugels en de punten hadden gouden stroken, zo mooi. Hij was helemaal in het donker gekleed zodat hij in de wolken zou kunnen opgaan als hij zou willen. Zijn ogen waren goudachtig en zijn haar was zwart. Die ogen, net van die gouden zeeën. Oh god, sorry, ik laat me weer mee slepen. Maar echt, zo knap! Jammer genoeg was hij na tien seconden al weer verdwenen en werd de lucht daarna weer helder. Niemand had het gezien voor zover ik weet. Of niemand zei er een woord over. Het vliegtuig verkeerde in ieder geval niet in shock en dat zou je toch wel verwachten als je zoiets gezien zou hebben. Ik niet hoor, helemaal niet, alles gaat nog op en top met me. Ben nog helemaal mezelf. Maar zoals je dus al las, ik ben op weg naar Australië! Helemaal in mijn uppie. Ik ga op weg naar de bergen en de kangoeroes! Australia, here I come! En stiekem hoop ik hem ook nog een keer te zien, mhihi.
Veeeel liefs,
Xiu
1 augustus 2024
Lieve Jess,
Nou, ik ben weer terug in ons kikkerlandje hoor, Australië was geweldig! Ik heb zoveel gezien! Van die prachtige dieren tot de natuur en de mensen. De mensen zijn zo aardig en het hotel was zo mooi! Met een zwembad en een lopend buffet en nog veel meer! Maar hier komt ie hoor, voel je hem al aankomen? Ik zat dus in het vliegtuig naar huis (het was avond) en de lucht werd opeens super licht! Alsof het twaalf uur ’s middags was! Dit keer zag niemand het in ik dacht dat je nu wel gelijk kon gaan hebben. Misschien sloeg mijn hoofd een beetje op hol, want dit was echt onmogelijk. Niet dus. Ik zag weer een engel vliegen, Jess! Dit keer was het niet die van de vorige keer, dit was een meisje met heel lang blond haar en een witte jurk aan. Ze was beeldschoon. Echt, volgens mij hebben die engels een soort van iedereen-die-een-engel-is-wordt-bloedmooi DNA. Ze vloog net zoals de jongen langs het vliegtuig, maar ze had geen zwarte vleugels met goud. Haar vleugels waren ook heel groot hoor, maar dit keer waren ze wit met zilveren stroken. Dit keer werd er niet op het raam getikt, maar ze keek heel ernstig door mijn raampje. Geen idee waarom. Oh, ik moet stoppen, we landen bijna. Ik zie je snel en bel meteen als je dit gelezen hebt!
Bye bye!
Xiu
Ik heb het niet zo met de standaard engelen, die je altijd op beeldjes ziet. Ik zie ze meer als personages van Fallen ( een van mijn favoriete boeken <3 ). Maar ik vind duistere/gevallen engelen toch iets leuker dan de "goede" engelen.
9 december 1899
Het was al een jaar geleden…. een jaar geleden zag ik Helena als laatst. Toen ik haar net leerde kennen dacht ik dat ze net als ieder ander een gewone engel was, maar dat was ze niet. Ze was een Engel… nee dat was ze ook niet. Ze was een gevallen engel, ze hoorde bij Lucifer, ze had voor Lucifer gekozen.
Helena was het meisje, gevallen engel, waar ik van hield, met heel mijn hard hield ik van haar, maar ik was streng gelovig. Jezus en God betekenden ook alles voor mij, dus trouwen of überhaupt een relatie met een gevallen engel beginnen zat er niet voor mij in.
Elke keer weer wanneer ik aan haar dacht deed mijn hart pijn. Helena had heel mijn hart gestolen. Ik miste haar. Ik verlangde naar haar.
Haar zwarte golvende haren, haar bleke huid, haar paars- blauwe ogen die zo bijzonder waren, haar rode lippen, haar mooie lach. Helena was betoverend.
Toen ik erachter kwam dat ze een gevallen engel wilde ik het eerst niet geloven, ze kon namelijk geen engel zijn! Dat kon gewoon niet! Als het wel zo was, zou god haar moeten opsluiten, Helena was namelijk perfect, zoiets als Helena moest je waarderen en zo min mogelijk aan de wereld ten toon stellen. Maar Helena was dus een gevallen Engel, om het te bewijzen liet ze haar vleugels zien. De twee gaten in haar jurk op haar rug waren mij nooit opgevallen, dat kwam vast door haar lange haren. Op dat moment kreunde ze van genot en twee gigantische zwarte vleugels met een zwarte gloed kwamen tevoorschijn, ze zette een stappen naar mij toe, haar vleugels sleepten met haar mee over de grond, ze waren echt gigantisch en prachtig. Maar op dat moment realiseerde ik me ook dat ik geen relatie met haar zou kunnen beginnen. Ze was een engel… gevallen engel… Ik geloofde in god en Jezus en zij was een aanhanger van Lucifer.
'Ga weg.' zei ik met hese stem. 'Je bent een demon, hoort bij de duivel… Ik hoor bij god.'
Tranen welden op in haar ogen. 'James…. zeg dat nu niet…. James…. Ik hou van je….'
'Ga weg.'bulderde ik nu. Het enige andere wat er te horen was, waren de kleine geluidjes die bij het bos hoorden.
'James…. Het spijt me…' Helena hurkte even , stond wee op en zette zich meteen af en vloog weg. Ze kwam hoger en hoger en uiteindelijk was ze zo ver weg dat ze op een vogel leek. Helena….
Als ik de tijd kon terug draaien had ik gezegd dat het mij niets kon schelen, dat ze alsnog de liefde van mijn leven was… Maar dat ging niet meer. Vandaag kwam er namelijk een andere gevallen engel naar mij toe, een vriendin van Helena en zij vertelde me dat ze zelfmoord had gepleegd door zichzelf neer te steken met een sterrenschot… zelfmoord vanwege liefdesverdriet….
Helena….