Schrijf een sprookje en win de complete Sneeuwwitje trilogie!

Geplaatst op 25 december 2015 door Emmy in Boeken Adventskalender 2015, Winactie / 23 Comments

BAK2015_banner

Vrolijk kerstfeest allemaal! Ik hoop dat jullie allemaal een ontzettend fijne feestdagen zullen hebben met lekker eten, veel gezelligheid en wellicht ook wat boeken onder de boom. Tja, en anders kan je ze natuurlijk altijd nog winnen tijdens deze boeken adventskalender, natuurlijk! Kijk vooral in het overzicht, daar zie je alle winacties (en winnaars!) op een rijtje!

Vandaag mag ik een hele mooie prijs weggeven namens Clavis, namelijk de complete Sneeuwwitje trilogie! Deze bloedstollend spannende Young Adult trilogie zit vol mysterie en Scandinavische spanning. En natuurlijk een hint naar sprookjes. Hoe tof is dat?!

Foto 24-12-15 15 15 24

Zelf heb ik erg genoten van deze trilogie, omdat de boeken me ontzettend wisten te verrassen. Laat je ook verrassen en doe mee!

Dit is de opdracht; schrijf een kort verhaal geïnspireerd door sprookjes. Het mag heel echt zijn, maar ook heel fantasierijk; wat jij wilt! De verhalen mogen maximaal 500 woorden zijn en moeten voor 3 januari in mijn mailbox zitten of als reactie op deze post geplaatst zijn. Heel veel succes!

Tags: ,

Divider

23 responses to “Schrijf een sprookje en win de complete Sneeuwwitje trilogie!

  1. Marjolein

    Wat een leuke actie. Aangezien het heel stil is op mijn werk, maar al te graag een sprookje geschreven:
    Er was eens een prinses in een vergelegen vergeten oord. Deze prinses heette Marie-Louise. Marie-Louise was de enigste dochter en het was haar taak om een prins te trouwen. Marie-Louise wilde echter helemaal niet trouwen. Het allerliefst zat zij in haar vensterbank te lezen.Toch werd Marie-Louise naar Allendel gestuurd daar was een prins van haar leeftijd die ook moest trouwen. Met een koffer vol jurken, een koffer vol boeken en drie kamermeisjes ging zij op pad.

    Toen zij na drie lange dagen eindelijk aankwam in Allendel stond de prins haar al op te wachten. Hij was erg knap dat kon Marie-Louise niet ontkennen, maar die glimlach was zo nep. ‘Hij leest waarschijnlijk nooit’ dacht Marie-Louise bij zichzelf. ‘Prinses Marie-Louise ik heet u van harte welkom op kasteel Nooitgenoeg’zei de Prins. Marie-Louise maakte een referance ‘Wat fijn om hier te zijn Prins Walbert’.
    ‘Als u u heeft opgefrist zal ik u hoogstpersoonlijk een rondleiding geven’.
    ‘Dat lijkt mij zeer aangenaam’

    Het was werkelijk een schitterend kasteel met veel kunstwerken en grote raampartijen. Tot nu toe vond Marie-Louise de prins nogal saai. Ze werd opgeschrikt uit haar gedachten toen Walbert zei:’En nu mijn favoriete vertrek.’ Tot Marie-Louises verbazing was het de bibliotheek. Ze bleek veel gemeen te hebben met Walbert en samen met hun boeken leefden ze lang en gelukkig.

  2. Er was eens, in een land hier ver vandaan.
    Zo horen sprookjes te beginnen. Ieder kind, hoe klein ook, kan je de eerste zin van een sprookje vertellen. Een eerste zin, die meteen een leugen is.
    Wie heeft ooit gezegd dat sprookjes zich ver weg moeten afspelen?
    Dit verhaal gaat niet over een ver land, of over het verleden. Dit sprookje is in het hier en nu, en verschrikkelijk dichtbij. Dit is jouw sprookje.
    Ja, jij. Jij die achter je beeldscherm zit en dit nu leest. Had je niet verwacht, hè? Dat doen jullie nooit. Nietsvermoedend leven jullie je leven, totdat ik kom. Ik kom altijd.
    Wie ben ik, vraag je je af. Het antwoord daarop is simpel. Ik ben wat een sprookje maakt. Ik ben wat een sprookje nodig heeft. Ik ben het verschil tussen een mooi verhaal en een heuse ‘fairy tale’. Ik ben de schaduw in de nacht, de gestalte in de duisternis, het kwaad zelve. Ik ben het monster, en jij bent mijn prooi.
    Maak ik je zenuwachtig? Ik hoop het maar. Ik heb menig mens tot ultieme wanhoop gedreven, dus jij zal geen uitzondering zijn. Je hebt al door dat doorlezen niet slim is, dat doorlezen je alleen maar in de problemen brengt. En toch lukt het je niet om je blik af te wenden, om de pagina te sluiten, om het scherm uit te zetten. Dat is mijn kracht, en ik zal hem gebruiken ook.
    Waarom jij, vraag je je af. Velen voor jou hebben mij die vraag gesteld. Sneeuwwitje, toen ze alsnog stikte in een appel op haar huwelijksnacht. Doornroosje, die spontaan in slaap viel en van de hoogste toren van haar kasteel stortte. Ariel, wiens benen terugveranderden in een staart en wie werd vertrapt door een godvrezende menigte.
    Waarom jij, vraag je je af. Er is maar een antwoord mogelijk. Waarom niet?
    Wat ik met jou ga doen weet ik nog niet. Je zicht wegnemen, zodat je blind wordt? Je geur veranderen, zodat elk beest wild wordt en je aanvalt? Je wereld vernietigen en je zielige soort uitroeien, zodat je alleen bent, jij alleen? Het klinkt allemaal zo onbenullig, zo voor de hand liggend. Duizenden voor mij zullen dit bedacht hebben, en duizenden na mij zullen dit bedenken. Nee, wat ik met jou ga doen zal van een heel ander niveau zijn. Jij zal het sprookje worden waar mensen het over hebben. Het sprookje dat mensen zich zullen herinneren. Het sprookje dat alle andere sprookjes in het niet doet vallen.
    En ze leefden nog lang en gelukkig.
    Zo horen sprookjes te eindigen. Ieder kind, hoe klein ook, kan je de laatste zin van een sprookje vertellen. De laatste zin, die meteen een leugen is.
    Wie heeft ooit gezegd dat sprookjes goed moeten aflopen?
    Draai je om, en je sprookje zal beginnen.
    Ik wacht op je.

  3. Nakita

    Er was eens een klein meisje die veel te nieuwsgierig was. Overal waar ze keek zag ze een uitdaging. De auto’s reden snel, het water klotste tegen de stenen aan met een flinke snelheid. Ze is nieuwsgierig en op een dag werkt het in je nadeel Eline zegt gaar vader. Eline is koppig en zegt van niet tot op een dag er iets gebeurt.

    De zon schijnt boven aan de hemel. Een heerlijke zomerdag vol ontspanning en frisse lucht ligt in het vooruit zicht, maar het is een mooie dag om iets te ontdekken. Eline loopt naar het hek van het water, die haar scheidt van de woeste zee en het land. Eline kijkt goed om zich heen of niemand haar opmerkt. Langzaam en rustig klimt ze over het hek. Ze geniet van het uitzicht, maar loopt dan naar beneden. Ze probeert grip te houden op de stenen, maar als ze bijna beneden is glijdt ze uit. Ze schreeuwt het uit van de pijn doordat er een groot gat in haar hoofd zit. Langzaam verliest ze haar bewustzijn, maar nog net ziet ze een jongen naar haar toe duiken.

    Langzaam word ze wakker. Ze kijkt om zich heen, waar ben ik? We zitten in een soort van tent met een donkerblauwe kleur. Ze probeert om zich heen te kijken, maar snel word ze rustig naar beneden bedrukt, ” Je bent veilig, je hebt een ongeluk gehad en nu moet je even rustig blijven liggen” Zegt de jongen. ” Ik ben Korea, ik heb je uit het water gered. ” Ik kijk de jongen dankbaar aan terwijl ik verdrink in zijn blauwe ogen die mij terug brengen naar de zee.

    Nadat ik ben opgeknapt beloof we elkaar eeuwige trouw en leven nog lang en gelukkig in een huisje aan de zeekust.

  4. Mariska

    De Rebellenleidster:

    Er was eens een meisje, dat helemaal alleen woonde. Op een dag kwam er een vreemdeling langs.
    In eerste instantie besteedde ze er geen aandacht aan, totdat hij vertelde dat hij opzoek was naar een jongedame genaamd Sophie Ann. En die Sophie Ann, dat was zij! Haar hart ging te keer, want wat moest nou die knappe vreemdeling van haar? Hij vertelde haar dat ze volgends een legende uitverkoren was om de leidster te zijn van de rebellen tegen de huidige koning, want hij was een wrede man, die volgens de geruchtenmolen over magische krachten zou beschikken… Ze geloofde niet veel van het verhaal, maar ging toch maar mee uit nieuwsgierigheid. Misschien was ze inderdaad de rebellenleidster. Dan zou ze in ieder geval verlost zijn van de dagelijkse sleur dat haar leven is.

    Eenmaal aangekomen in het rebellenkamp vertelde de mensen uit het kamp over hun vorst. Sophie Ann kreeg medelijden en besloot om de rebellen te gaan leiden, al had ze geen flauw benul hoe… Gelukkig bleek er een magisch boek te zijn; ‘Het Boek der Voorspellingen’. Een dik oud versleten boek, dat ergens in de middeleeuwen met de hand is geschreven. In dat boek stond precies hoe de vrede koning verslagen kon worden. Namelijk met magie, iets waar Sophie Ann niet in gelooft, want tja magie bestaat toch helemaal niet?? En vooral niet in de 21e eeuw, met al die technologie. Wie heeft er magie nodig als je technologie hebt? Met die veronderstelling wilde ze op pad gaan richting de koning, maar Payton, die knappe vreemdeling, hield haar tegen. Hij zei tegen haar dat ie kan bewijzen dat magie nog steeds bestaat. Hij deed zijn capuchon af, en zijn haren naar achteren zodat zijn oren goed in zicht kwamen. Payton vertelde dat hij een elf was. En nog steeds geloofde ze niet in magie. Want wat is nou een jongen met puntoren?

    Hij zuchtte eens diep en dacht bij zich eigen, is ze wel de Sophie Ann uit de legende? Want volgends de legende zou Sophie Ann in magie geloven en met behulp van het boek de koning verslaan. Hoe kon hij Sophie Ann in magie laten geloven, als hij de laatste elf is?
    De wanhoop nabij ging Payton terug naar zijn ouderlijk huis. Misschien vond hij daar nog wel aanwijzingen, want hij is niet zomaar een elf, hij is de zoon van de meest magische elven die er hebben bestaan, ook al heeft hij zelf geen magie… Hij besloot om Sophie Ann mee te nemen op zijn reis richting het elvenbos, of wat er nog van over is… Misschien vindt hij daar aanwijzingen zodat Sophie Ann gaat geloven. En zo begon hun gevaarlijke reis richting het ouderlijke huis van Payton.

    Dit is niet waar Sophie Ann op gehoopt had toen ze haar huisje achter liet, maar ze heeft er inmiddels alles voor over om bij die knappe ‘elf’ te zijn… Hij zou zomaar eens haar ware liefde kunnen zijn, waar ze altijd van heeft gedroomd…

  5. Marcella

    Voor mijn gevoel zit ik hier al tijden opgesloten. Een kale ruimte, er staat een bed en een stoel. Ook staat er een toilet, nou ja, een toilet. Een ijzeren bak, het is mensonwaardig. En ik ben nog wel een prinses! Ik neem een klein slokje water uit een papieren bekertje, ik drink maar niet te veel die ijzeren bak is koud om op te zitten.En waarschijnlijk is het water vergiftigd, ze wil mij dood hebben. Ze is jaloers op mijn happily ever after. Ik ben Assepoester, ik leefde gelukkig samen met mijn prins. We zouden kinderen krijgen. Maar toen was het ineens voorbij. Mijn kasteel werd mij afgenomen. Ze sloot mij op.

    De deur gaat open. Daar is ze weer, de ijskoningin. Haar bruine haar zit strak naar achteren in een staart, ze is in het wit gekleed. Om de zoveel tijd komt ze mijn cel op, zij verteld me dat het niet waar is. Ik ben niet Assepoester, ik ben ziek. Ze dwingt me tot het innemen van medicatie. Ik zie mijn kans op te ontsnappen, ik sla haar en ren naar de deur. Alleen daar staan haar krijgers, ze houden me vast. ik schreeuw, schop en sla! En dan spuiten ze iets in mijn bil. Hoe durven ze? Ze vergiftigen me. De ijskoningin kijkt me aan: ‘Je bent ziek, meis. Dit is het beste. De medicatie zal je helpen, de psychose zal minder worden.’. Maar ik weet wel beter, ik ben Assepoester, mijn prins zal me komen redden.

  6. Demi

    Het enigste licht dat ik mijn hele leven heb gezien is één lichtstraal van onder wat ooit een deur was. De enigste keer dat hij open en dicht is gegaan was toen ik bijna dood ging aan een longontsteking. Ik zit hier opgesloten in het donker, via een afgeschermd luikje krijg ik te eten en te drinken en als ik me moet douche komt er een ijskoude straal water uit het plafond. ik heb een dun matras op een harde stalen plank dat aan de muur is gevestigd met een dunne deken een zowat lege kussensloop, dan snap je ook wel dat als het koud is dat ik een longontsteking oploop want er is ook geen verwarming. Ik ben 17 jaar oud, dat weet ik omdat ik dat te horen krijg via een stem uit de muur, hij heeft me laatst verteld dat ik er voor moet zorgen dat ik klaar sta om weg te gaan. Ik heb geen idee waarom, maar ik heb me goed schoongemaakt.

    Ik weet niet hoelang ik al klaar sta maar ik weet zeker dat ik al een paar uur klaar sta. Ik wil net gaan zetten en dan hoor ik voetstappen voor de deur. De lichtstraal onder de deur word kleiner, er staat iemand voor de deur. Met een klap gaat de deur open en ik knijp mijn ogen dicht door het felle licht, ik word verblind. 2 paar grote ruwe handen pakken mijn bovenarmen vast en sleuren me de kamer uit waar ik nog nooit uit ben geweest. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes om wat te zien maar mijn ogen kunnen zich niet aanpassen aan het licht. We gaan een kamer in waar het donkerder is en ik kan eindelijk wat zien. Ik sta in een lege kamer met mijn gezicht naar een soort van raam, maar ik kan er niet door heen kijken. Naast me hoor ik meisjes jammeren en snikken. Na een tijdje hoor ik een deur achter me open gaan en hoor ik voetstappen op me afkomen. Een meisje naast me hoor ik met een doffe klap op de grondvallen en word weg gesleept. Ik voel mijn hart in mijn keel bonzen en ik voel me enorm paniekerig. Er ontstaat chaos meisje beginnen te schreeuwen en te gillen, dan voel ik een klein prikje in mijn hals net als of er met een naald in je huid word geprikt. Ik begin me licht in mijn hoofd te voelen en verlies mijn evenwicht. Opeens lig ik met mijn gezicht op de koude en smerige vloer en ik hoor knallen, een soort van geweer schoten en glasscherven knerpen onder schoenen.

    Ik open mijn ogen en zie een witte plafond en het is half donker in de kamer, waardoor ik geen last heb van mijn ogen. Mijn hartslag gaat sneller en ik hoor een piepend geluidje harder gaan met het ritme van mijn hart. Paniekerig kijk ik om me geen, er steken naalden in mijn rechter arm en ik trek ze er met bevende handen uit. ‘Stop! Wat doe je? Rustig je bent veilig!’ Hoor ik een jonge mannen stem zeggen met een vleugje paniek. Ik kijk op en een daar staat een jongen van rond je 20 met bruine ogen en zwart bruin haar me aan te kijken. Hij draagt een spijkerbroek met een blouw en opgestroopte mouwen. ‘Hoi, hoe heet je? Ik heet Stefan.’ Ik weet niet wat ik moet zeggen, ik kan geen goede woorden vinden en ik vertrouw hem niet, dus zit ik hem met grote ogen aan te staren. Hij zet een paar stappen mijn richting op. ‘Het leger heeft je twee dagen geleden bevrijd uit een gesloten specialziekenhuis. Er stond in een document dat je daar al 9 jaar lang zat opgesloten.’ 9 jaar? Wat is er dan die andere 8 jaar met me gebeurd? Ik kan me niks anders herinneren dan die kamer. ‘Je werd bestudeert hoe je je ontwikkelde in die kamer helemaal alleen en ze stonden op het punt je te verkopen aan een illegale onderzoeker die het menselijk DNA wilt aanpassen.’ Op de een of andere manier word ik rustig van zijn stem en dat merkt hij ook want ik stond nu bij mijn bed. ‘Als je word ontslagen uit het ziekenhuis ga je naar een opvang huis of je mag met mij mee naar huis. Je mag zelf kiezen.’ Mee naar zijn huis? Ik ken hem niet eens, hij kent mij niet eens. Waarom voelt het idee dan goed als ik naar zijn huis mag? Ik heb zo veel vragen. ‘Ik wil mee naar je huis, als dat kan.’ Wat? Heb ik dat nou echt gezegd? Stefan kijk verbaasd maar ik kijk zelf nog veel verbaasder. ‘Echt? Ja, nou dat kan. Als goed is kan je vanavond al mee.’

    Daar zit ik dan in een auto samen met Stefan onderweg naar zijn huis. Ik heb speciale lenzen in voor mijn ogen want ik ben het donker gewend. ‘Daar woon ik, achter die muren daar.’ Hij wijst naar een enorm groot huis met enorme muren er omheen. ‘Je maakt een grapje zeker?’ Hij kijkt me lachend aan. ‘Nee, echt waar daar woon ik, samen met mijn ouders.’ ‘Maar dat lijkt wel op een… een kasteel!’ Zeg ik met grote ogen en gebarend naar buiten. ‘Ja, zo kan je het noemen ja.’ Zonder iets te zeggen rijden we verder en komen we bij de enorme licht bruine stenenmuur aan. Er staan vier wachters bij de poort met een ruim om hun middel met allemaal wapens en communicatie spullen. één van de bewakers gebaarde naar iets wat ik niet kon zien en de poort ging langzaam open. Stefan reed door de poort en ik zag een enorm stuk land om het kasteel heen liggen met allemaal bomen en paadjes en bloemen. Ik keek mijn ogen uit, het was prachtig! ‘En hoe vind je het?’ Vroeg hij met een nieuwsgierige blik en een lachje rond zijn mond. ‘Ik… Ik vind het prachtig! Zoiets heb ik nog nooit gezien.’ Ik heb ook nooit meer gezien dan dat kleine kamertje waar ik in zat opgesloten. Dacht ik er achter aan.

    Stefan parkeerde de auto voor het huis/kasteel, de muren waren lichtbruin bijna de zelfde kleur als de muren van de poort. Er staten grote ramen in en er liep een trap naar de voordeur. De voordeur was gemaakt van hout met de kleur van kastanje. De voordeur zwaaide open en er kwamen 2 mensen naar buiten een man en een vrouw allebei in de 50. Stefan stapte uit en ik zat nog steeds met grote open door het raampje te kijken. Mijn handen werden klef van het zweet en mijn hart ging weer sneller kloppen. Stefan opende mijn deur en stak een hand naar me uit. Ik veegde snel mijn hand af aan mijn broek en gaf hem mijn hand. ‘Och meisje toch! Rustig maar je bent nu veilig hoor!’ Zei de vrouw met een lieve geruststellende stem en in haar lichtblauwe ogen zag ik medelijden. ‘En daar is de verloren prinses!’ Zei de man naast de vrouw met een lach. Prinses? Bedoelt hij mij? ‘Pap!’ ‘Herman!’ Zeiden Stefan en de vrouw. Ik keek ze vragend aan. ‘Hoe bedoelt u prinses? Tegen wie heeft u het?’ Stefan legde een hand op mijn onder rug en er ging een warme tinteling door mijn rug naar mijn hart en hij leidde me naar binnen. ‘Nee laat maar, ik leid je wel even rond’ Zei Stefan. ‘Maar. Nee, wacht. Ik wil eerst antwoord op mijn vraag.’ Ik keek Stefan een beetje boos aan. En toen zei de man Herman. ‘Je bent een prinses. Je ouders zijn omgekomen en de moordenaars hadden jou meegenomen.’ ‘Herman! Hoe durf je!?’ Zei de vrouw. En ik voelde alle kleur uit mijn gezicht weg trekken. Ik een prinses? Hoe is dat mogelijk? En mijn ouders dood?

  7. Suzanne van Heiningen

    Als jong meisje werd een dryade achtergelaten bij de tempel van Vaine, godin van lust, genot en dans. De dames door wie ze daar werd opgevoed waren altijd aardig voor Jessica, en trainden haar om een goede volgeling te zijn.
    Ze groeide op als vaardig danseres, met een goed gevormd lichaam. In haar vroege jaren kreeg ze een soort buikdansen aangeleerd, en later een speciale manier om bepaalde aandacht van mannen te kunnen krijgen. Ook probeerden de vrouwen haar zang bij te brengen, helaas was Jessica niet gezegend met een goede zangstem. In haar puberteit merkte ze snel dat mannen haar veel aandacht gaven, en haar goed wilden betalen voor wat persoonlijke aandacht van haar. Dit beviel haar wel en ze werd zuster in de tempel van Vaine, om zo nog meer aandacht van mannen te kunnen krijgen.
    Deze aandacht had ook een keerzijde, ze werd ijdel en bezitterig. Door de bezitterigheid is ze snel jaloers op andere vrouwen als die aandacht krijgen van wat Jessica beschouwd als ‘haar’ mannen. Ze kijkt vaak in de spiegel om te kijken of alles nog goed zit, vaak loopt ze te spelen met haar kleding.
    Buiten haar tempel om had ze niet veel met mensen. Als ze aandacht krijgt van mannen, gaat ze ervan uit dat het maar voor 1 ding is. Vrouwen vertrouwde Jessica gewoon niet, die zijn vast jaloers en willen haar mannen afpakken.
    In de tempel had ze het altijd naar haar zin. Maar een tijdje terug werd het dorp met de tempel aangevallen en is alles platgebrand. Jessica kon wegkomen. Ze heeft erna een tijdje rondgereisd, zichzelf verkocht voor geld en informatie. Zo kwam ze erachter dat er een tempel van Vaine is in Ravenskeep.
    In Ravenskeep aangekomen werd ze snel opgenomen in de tempel, priesteressen hadden ze niet veel in die stad. Het duurde niet lang of haar aparte uiterlijk werd opgemerkt door een groep orks. Deze groep huurde haar in voor een avondje vermaak.
    Tijdens dat avondje viel een ork heel erg op. Het was de shamaan van de groep, niet heel hoog in rang maar de anderen leken veel respect voor hem te hebben. Hij leek anders dan de andere orks in de groep, en ze wist dat ze hem moest hebben. Niet zoals ze eerder had gehad bij ‘haar’ mannen, ze wilde niet alleen dat hij van haar was maar ook dat zij van hem was.
    Een week lang werd ze elke dag door de groep ingehuurd, en elke dag mocht een andere ork haar ‘hebben’. En na een week was het eindelijk ZIJN beurt. Hij toonde ook interesse in haar en de nacht kon dan ook niet lang genoeg duren. De ork was ook erg op haar gesteld geraakt.
    Maar of een relatie tussen een ork en een dryade zou gaan werken, dat is een vraag die nog niet beantwoord is.

    (yay, 477 woorden 😀 )

  8. Sylvia

    Wat een leuke opdracht! Vind het leuk om de korte verhalen te lezen. Mocht een van de verhalen die via de mail zijn ingestuurd zijn winnen, dan zou het super leuk zijn als we die ook mochten lezen, natuurlijk als de inzender dat goed vind!
    Doe zelf niet mee aangezien ik de boeken al gelezen heb en het leuk is als iemand anders ervan gaat genieten.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.